Vertalingen op elkaar stoten NL>FR
op elkaar stoten (ww.) | accrocher (ww.) ; choquer (ww.) ; cogner (ww.) ; donner contre (ww.) ; heurter (ww.) ; se cogner (ww.) ; se heurter (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `op elkaar stoten`

Voorbeeldzinnen laden....